TERUG NAAR NEDERLAND
Sinds kort woon ik weer in Amsterdam,
de stad, waar ik ook ooit ter wereld kwam.
Het verschil met Frankrijk is maar klein
omdat hier ook veel Fransen zijn.
De buurt waar ik hier nu dagelijks ben
noemt men wel het Quartier Latin.
Hier is de kans maar erg klein,
dat er Nederlands sprekende mensen zijn.
Er is hier zelfs een École Primaire.
in deze buurt is dat ordinaire.
Ik was hier wel weer snel gewend,
omdat iedereen hier "Frans" wel kent.
F.B.
AMSTERDAM
50er JAREN
Als kind
groeide ik op in het centrum van Amsterdam. Mijn vader had een
kantoorboekhandel in de Oude Leliestraat, op de hoek van de Herengracht. Dat
laatste werd er wel altijd bij vermeld, want Herengracht klonk toch wel wat
sjieker dan Oude Leliestraat, vooral wanneer het verward zou worden met de
Nieuwe Leliestraat die zich in de Jordaan bevond. Tegenwoordig zou dat in
verband met de verjupping van de Jordaan wel even anders liggen.
Het klinkt
misschien leuk, om in het centrum van de stad op te groeien, maar niets was
minder waar. Ik zat op de "Jonge Herenschool" op de Keizersgracht.
Het was een school van de broeders, die ook nog een "Gewone" lagere
school op de Prinsengracht hadden en waar mijn beide broers op gezeten hadden.
Verder was er nog een wat wij toen de "Schoffiesschool" noemden op de
Haarlemmerhouttuinen. Mijn school was wel dichtbij, maar de kinderen bij mij in
de klas woonden verspreid over de hele stad, en er waren maar weinig kinderen
van mijn leeftijd in de buurt.
De meeste
panden op de grachten waren bezet door kantoren, confectie, en hoeden ateliers.
Gek genoeg,
waren de kinderen die wel in de buurt woonden bijna allemaal meisjes. Op zich,
had ik daar niet zo veel moeite mee, want eigenlijk kon ik het beste met
meisjes opschieten, en dat is nog steeds het geval.
Ik kwam wel
eens bij die meisjes over de vloer en wat ik me achteraf realiseer, is, dat ze
bijna allemaal geen vader hadden en sommigen wel weer twee moeders.
Merkwaardig, als ik daar nu op terug kijk. Het waren de 50er jaren, dus niet zo
lang na de oorlog. Misschien, dat dat er iets mee te maken had.
Ik ben
altijd een beetje eenzaam jongetje geweest. Aan de ene kant verlangde ik heel
erg naar gezelschap. Aan de andere kant trok ik me graag terug. Ook daarin ben
ik niet veel veranderd.
Zo kon ik
urenlang doorbrengen op het dak van mijn ouderlijk huis. Van daaruit kon ik een
groot deel van de oude binnenstad overzien. Ik moest er halsbrekende toeren
voor uithalen om daar te komen, maar het gaf me altijd veel voldoening. Vooral
het idee, dat ik mij bekende mensen op straat zag lopen die mij op hun beurt
weer niet konden zien, deed me veel plezier. In dit geval betrof het een
winkeljuffrouw die bij mijn vader in de winkel werkte en op de brug aan kwam
lopen. Een simpel genoegen, maar in die tijd, was een kinderhand nog gauw
gevuld.
De foto heb
ik met mijn allereerste camera gemaakt, die ik nog altijd bewaard heb.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten