OUD EN NIEUW AMSTERDAM



WARMOESGRACHT


Amsterdam staat bekend om zijn vele grachten, maar in het verleden waren er nog heel wat meer. Toen rond het jaar 1900 de verkeersdrukte toenam en er behoefte was aan een brede toegangsweg naar het centrum van de stad besloot men de Warmoesgracht, nu Raadhuisstraat te dempen. Op de foto van Jacob Olie, die in 1904 een paar maanden voor de demping is gemaakt, is de gracht nog in volle glorie te zien. In 1900 was de Rozengracht, die in het verlengde van de Warmoesgracht liep al gedempt. De bewoners waren er over het algemeen maar wat blij mee, omdat de gracht  meer op een open riool leek en de stank af en toe niet te harden was. 


Op de foto hiernaast is te zien, dat het verkeer meteen dankbaar gebruik maakte van de nieuwe weg. Wie klaagt er wel eens, dat Amsterdam tegenwoordig zo druk is?


LOU DE PALINGBOER


Opruimen vind ik een van de moeilijkste dingen en weggooien helemaal. Soms heeft dat ook zo zijn voordelen. Deze publicatie van Lou de Palingboer vond ik in een doos met oude spullen. 
Wie weet het nog?


In de 50er en 60er jaren van de vorige eeuw staat hij met een viskraam op de Amsterdamse Dappermarkt.
Hij was een streng gelovig man en lid van de Pinkstergemeente en tussen het verkopen van zijn gerookte aal verkondigde hij het geloof. Hij doet dit met een zwaar West Fries accent en met veel humor, zodat hij altijd wel een schare luisteraars om zich heen heeft . In koffiehuis Dapper op het Dapperplein gaat Lou na een lange werkdag verder met het verkondigen van Gods woord, naar later blijkt, zijn eigen woord omdat hij inmiddels ontdekt heeft God zelf te zijn. Het is haast niet te geloven, maar al gauw heeft deze kleine weinig charismatische man met zijn tandeloze mond een grote schare volgelingen om zich heen. Hij houdt bijeenkomsten in Frascati en de Brakke Grond waar hij voor volle zalen predikt. Er wordt een Lou- geloofsmagazine gepubliceerd en zijn volgelingen werven zelfs zieltjes in België en Duitsland. Onder hen, die zoals ze zelf zeggen in Lou zijn, bevindt zich een rijke zakenman die voor hem een villa in Muiderberg koopt en waar hij met zijn vrouw Mientje en een aantal volgelingen in trekt. In het Witte Huis zoals de villa genoemd wordt  heerst een strakke hiërarchie  Lou is God, zijn vrouw Mien ‘de algemene moeder’. Daaronder bevinden zich 12 vrouwelijke metgezellinnen, die elk een poortengel hebben, die elk weer een engel hebben, daarnaast zijn er vier reserve-engelen. Ergens onderaan bevinden zich de mannen.
Een bijzonder onderdeel in het Witte Huis is het zogenaamde ‘aanliggen’. Hierbij mogen de vrouwelijke Lou-discipelen even met Lou knuffelen. Lou is god, en god is onsterfelijk. Daar zijn alle Lou-mensen heilig van overtuigd. In 1968 verlaat de groep het land en verhuist naar een villa in de Ardennen.

Lou wordt ziekMaar medische zorg is de duivel en bovendien is Lou God, dus onsterfelijk.
Als Lou uiteindelijk echt duidelijk doodziek is wordt er toch een arts bij geroepen. Deze constateert een longontsteking en raadt aan onmiddellijk naar een ziekenhuis te gaan. Maar dat is niet nodig aangezien Lou onsterfelijk is. Op 23 maart 1968 echter sterft Lou de Palingboer. Zijn volgelingen zijn in totale verwarring en kunnen het niet geloven. Dagenlang blijven zij bij de dode Lou op en rond zijn bed zitten en proberen hem tot leven te wekken met hartmassage en vooral door zo actief mogelijk bij hem aan te liggen. Ook roepen ze ‘Lou, kom terug!’. Zodra dit steeds onaangenamer wordt en onomstotelijk duidelijk wordt dat Lou dood is en nooit meer levend wordt melden zijn volgelingen zijn dood bij de gemeente. Lou wordt halsoverkop begraven in het Belgische plaatsje Sclayn.

De NTR heeft voor het programma Andere Tijden een filmpje over Lou en Mien gemaakt, dat je op You Tube kunt bekijken:


STOPERA

Rond 1890, maakte Jacob Olie deze foto van de Blauwbrug en het voormalige
eiland  Vlooienburg

Ik weet niet hoe jullie er over denken, maar persoonlijk vind ik de Stopera een van de lelijkste gebouwen van de stad.  De plaats waar nu de Stopera staat werd rond 1600 vlooienburg genoemd. Het is een voormalig eiland, dat in een ondiepte van de Amstel is aangeplempt. Waarschijnlijk was de oorspronkelijke naam Vloonburch, dat wellicht slaat op de oorspronkelijke naam  "vloedborg", een soort uiterwaarde die bij hoge waterstand onder liep. Het eiland werd omringd door de Binnen-Amstel , de Zwanenburgwal toen Verversgracht genoemd, de Houtgracht en de Leprozengracht. Begin 1600 werden de eerste huizen op vlooienburg gebouwd. In 1882 werden de Leprozen en de Houtgracht gedempt. Op de ontstane ruimte werd het Waterlooplein ingericht. In 1954 werd besloten om hier het nieuwe stadhuis en de Opera te bouwen. De bouw van de Stopera is altijd omstreden geweest. De naam Stopera komt dan ook voort uit de protest-leus "Stop de Opera" en niet zoals wel gedacht wordt uit een samensmelting van Stadhuis en Opera.

De Stopera, een omstreden gebouw, dat door veel Amsterdammers
ook wel "het kunstgebit" genoemd wordt.

SCHAPENBURGERPAD






Amsterdam is groener, dan je op het eerste gezicht zou denken. Hoewel er elke dag duizenden Amsterdammers en toeristen door de prestigieuze P.C.Hooftstraat wandelen en de nabij gelegen musea bezoeken, zullen maar weinigen daarvan bekend zijn met het Schapenburgerpad. Een lommerrijk laantje dat zich achter de winkels van de P.C.Hooftstraat bevindt. Je waant je daar even in een andere wereld, ver buiten de drukke stad.
Het Schapenburgerpad is dan ook van oorsprong een polderpad, dat gezamenlijk eigendom was van eigenaren van 25 moestuinen, gelegen tussen het pad en een vaart op de plek van de huidige vossiusstraat. Een mooie plek om even weg te dromen en aan de drukte van de stad te ontsnappen.

Amsterdam kent nog veel meer groene plekjes die niet altijd even bekend zijn. Denk bijvoorbeeld aan de meer dan 30 parken en talrijke hofjes, die een oase van rust zijn binnen de hectiek van de stad.

Op de zgn. European Green City-Index neemt Amsterdam de 5e plaats in.

SARPHATIPARK


Samuel Sarphati 1813-1866 was een gedreven en sociaal bewogen huisarts, die zich vooral het lot van de armste bevolking van de stad aantrok .Hij weigerde het woord "onmogelijk" te accepteren en was op die manier de initiatiefnemer voor tal van maatregelen die het leven van de stedelingen sterk verbeterde. Hij ontwierp een uitbreidingsplan voor de stad, hij zorgde dat er een abattoir kwam, richtte de Nederlandse vereniging voor Pharmacie op en stichtte de eerste Nederlandse broodfabriek zodat de armen voor een redelijke prijs hun brood konden kopen. Verder zorgde hij dat het vuilnis opgehaald werd en was hij één van de initiatiefnemers voor de oprichting van het Paleis voor Volksvlijt en een park in de Amsterdamse wijk "De Pijp" dat later zijn naam zou dragen. De totstandkoming van het park heeft hij niet meer mee mogen maken, maar hij heeft er wel een standbeeld gekregen. Op de foto van Jacob Olie die rond 1900 is gemaakt, is zijn beeltenis te zien.



Het park is een ontmoetingsplek voor buurtbewoners. Sarphati zou raar opkijken als hij zou zien, wat voor merkwaardige rituelen er zich soms rond zijn beeltenis afspelen.  Maar hij zou ook trots zijn, want iedereen voelt zich hier thuis. De sporter, de wandelaar en de honden liefhebber. Bij mooi weer worden er verjaardagen en feestjes gevierd, door diegenen die niet genoeg ruimte in hun woning hebben. Op die manier is het park de huiskamer van de buurt geworden.
Op Koningsdag werd hier ook weer de vrijmarkt gehouden. Omdat ik in Frankrijk graag de vide-greniers mag bezoeken voelde ik me gelijk thuis. Bovendien viel het me op, dat er erg veel Frans werd gesproken.
"De Pijp" is van een volksbuurt veranderd in een wijk waar veel acteurs en artiesten zijn komen wonen en kennelijk ook aantrekkelijk is, voor buitenlanders die hier werk hebben gevonden. Mede dankzij de vele café's en restaurants, wordt het wel het "quartier latin" van Amsterdam genoemd.


STATIONSPLEIN

Als je vanuit het Centraal Station de stad binnen wandelt word je overvallen door de enorme drukte. Trams, bussen, fietsers en voetgangers, alles krioelt door elkaar. Wat zou ik graag al is het maar voor even 100 jaar terug willen kijken. Gelukkig is dat dankzij de foto's van Jacob Olie ook mogelijk. Ruim 150 jaar geleden heeft hij de stad door middel van duizenden foto's in beeld gebracht. De fotografie stond nog in de kinderschoenen en vooral toen hij begon met fotograferen, zo rond 1860 moest hij altijd zorgen een donkere kamer in de buurt te hebben, want de foto's moesten  direct ontwikkeld worden. Op de foto uit 1897 zie je het open havenfront voor het Centraal Station. Het Noord Zuid-Hollands koffiehuis stond er nog niet, dat werd pas in 1911 gebouwd.
Het valt op, dat er toen ook al een grote bedrijvigheid was, vooral op het water en de kade. Vanuit de schepen die van heinde en verre kwamen, werden de goederen overgeladen op paard en wagen en handkarren om de stad te bevoorraden. Rondvaartboten hebben nu de plaats van de vrachtschepen in genomen.

ZUIDERKERK


In een stad als Amsterdam, is er altijd wel ergens een restauratie van een beeldbepalend gebouw of kerk aan de gang. Zo'n restauratie valt op, zolang er aan gewerkt wordt. Het gebouw staat in de steigers en is met groene netten omgeven. Gek genoeg valt het vaak minder op, als de werkzaamheden zijn afgerond.
Het wordt weer opgenomen in het stadsbeeld en het lijkt of het altijd zo geweest is. Zo werd ik laatst verrast toen ik naar de toren van de Zuiderkerk keek. Ik mag graag in de stad fotograferen en de afgelopen tijd had ik me vaak geërgerd aan de groene doeken die vanuit verschillende standpunten in beeld kwamen. Maar nu waren de steigers verwijderd en stond hij daar weer in volle glorie. Gek genoeg had ik het idee, dat er iets aan de toren was veranderd. Toen ik een beetje ging "googelen" bleek dat inderdaad het geval te zijn. Bij een vorige restauratie dacht men witte verfresten op de loden bovenkant te hebben gevonden, waarna men de toren wit had geschilderd. Een architectuur historicus ontdekte echter op een schilderij uit 1620 (vlak na de bouw van de kerk) dat de toren loodkleurig was. Het wit bleek oxydatie te zijn. Op deze manier is er wel meer in de stad in de oorspronkelijke staat terug gebracht. Is het je bijvoorbeeld wel eens opgevallen, dat de kroon op de toren van de Westerkerk die sinds 1906 goudkleurig was nu blauw geschilderd is. Als je daar meer van wilt weten, moet je zelf maar even "googelen."


ZWEMLES


Op deze foto van Jacob Olie, die rond 1900 werd gemaakt, is het zwembad aan de Westerdoksdijk te zien. Dit zwembad, dat aan het Y was gelegen is in 1920 afgebroken, omdat door de toenemende industrialisatie de kwaliteit van het Y water sterk af nam. Tussen wat oude familie papieren vond ik het zwemdiploma van mijn vader, die daar in 1917 is afgezwommen. Wie weet, is hij het wel die daar aan de hengel hangt.

NAATJE

De dam rond 1890 
Wil je een filmpje bekijken van de Dam rond 1900. Klik dan hier



Bijna elke Amsterdammer zal ooit wel van Naatje op de Dam gehoord hebben. Maar weinig Amsterdammers weten echter het naadje van de kous. Het beeld is in 1856 opgericht en heette Monument van de Volkswil 1830. Het herinnerde aan de Tiendaagse Veldtocht tegen de opstandige Belgen in 1831. De vrouwenfiguur moest volgens de tekst op de sokkel de "Eendracht der Hollandsche Natie" verbeelden. Er wordt verteld, dat de letter i van het woord Natie met een naar links omgekrulde voet werd gebeiteld, waardoor er "Natje" kwam te staan. Dit werd al gauw Naatje. Hieraan heeft vast bijgedragen, dat naadje een plat woord voor het vrouwelijk geslachtsdeel was.
Opmerkelijk was, dat de opdracht tot het maken van het beeld uitgerekend aan een Belg werd gegeven. De  voormalige vijand dus. Dat kon natuurlijk nooit goed gaan. Het beeld was niet erg stevig. Er was een te zachte steensoort gebruikt en om de haverklap braken er ledematen van Naatje af. In 1941 werd Naatje van de Dam verwijderd. Al gauw werd naatje een ander woord voor waardeloos. Toch leuk om te weten als je iets naatje vindt.
Ter gelegenheid van het 700 jarig bestaan van Amsterdam in 1975 schonk de papier firma Proost en Brand een nieuwe Naatje aan de stad. Het beeldje heeft eerst op her Rokin gestaan en is later op de Bullebaksluis geplaatst. Daar waar de 2e Hugo de Grootstraat de Singelgracht kruist.
In tegenstelling tot Naatje op de Dam is het door Hanna Mobach gemaakte beeldje speels en elegant.  Het valt natuurlijk te betwijfelen of de nieuwe Naatje net zo beroemd zal worden




Wil je verhalen over ontmoetingen met Amsterdammers lezen? klik dan hier
( Op de betreffende pagina even naar beneden scrollen)




Dit is waarschijnlijk één van de meest gefotografeerde plekjes van Amsterdam. De hoek van de Prinsengracht en de Brouwersgracht. Het rond 1641 gebouwde hoekhuis werd vanaf 1774 aangeduid als "Het Papeneiland". Waarschijnlijk verwijst de naam naar de voormalige katholieke schuilkerk "De Posthoorn" aan de overzijde van de gracht. Het verhaal gaat, dat er onder de gracht een vluchttunnel zou zijn met een uitgang in het café dat in het pand gevestigd is. Hoewel de eigenaar van het café je graag de deur die toegang tot de tunnel zou geven toont, blijkt dit verhaal niet te kloppen.


Wel was indertijd onderaan het trapje bij de brug een van de eerste openbare toiletten gevestigd. De vrouw die die gelegenheid beheerde heette Mie en werd dan ook al gauw kakkemie genoemd.
In die tijd ging het rijmpje: Bij kakkemie kun je kakken voor een spie (cent)
De straatjeugd voegde daar nog aan toe: En als je niet betaalt word je door de stront gehaald.
Op de oude foto kun je rechts nog de brug over de Lindengracht zien, die toen nog niet gedempt was.




In de nacht van 17 op 18 april 1929 werd Amsterdam door een ramp getroffen. Het beeldbepalende Paleis voor Volksvlijt brandde geheel uit. Van het tentoonstellingsgebouw en culuurpaleis bleef alleen de glazen galerij gespaard. In 1960 werd ook die afgebroken omdat er plaats gemaakt moest worden voor het bouwen van de Nederlandse Bank.
















Dat was de volgende ramp die Amsterdam trof, want bijna elke Amsterdammer is het er nu wel over eens, dat dit zo ongeveer het lelijkste gebouw van de stad is. Er gaan steeds vaker stemmen op om de Nederlandse Bank af te breken en het Paleis op die plaats te herbouwen. Of dat er ooit van zal komen is natuurlijk maar de vraag. Volgens de bank kon dit tot nu toe niet gebeuren omdat de kluizen zich in de bank bevinden. Nu er plannen zijn om die naar elders te verplaatsen gloort er weer een beetje hoop.








Het is nauwelijks voor te stellen, maar de armoedige huisjes hier onder stonden op de plek waar zich nu de drukke Clercqstraat  bevindt. 
Dit gebied lag aan het einde van de 19e eeuw nog buiten de stad. Op beide foto's is op de achtergrond de Westertoren te zien. Dat is dan ook het enige herkenningspunt.







 

Amsterdam is nog altijd een prachtige stad. Toch is er in de loop van de tijd heel wat moois verloren gegaan. Misschien onvermijdelijk. Maar dat neemt niet weg, dat het best de moeite waard is om af en toe even achterom te kijken.
Op de foto's het Waterlooplein nu en toen het nog de Leprozengracht was. In de toekomst wil ik graag wat vaker op deze manier aandacht aan de veranderingen in de stad besteden, en die vervolgens in deze pagina onder brengen.

1 opmerking:

  1. Ik vind dit hele mooie foto's temeer omdat je steeds kunt zien hoe het eens was, als de mensen destijds geweten hadden dat wij nu anno 2021 zo hiernaar zouden kijken wilden ze misschien ook nog ruilen met onze tijd , in ieder geval is het een groot voorrecht om terug in die tijd te mogen kijken.
    groetjes ,Jan Borghouts .

    BeantwoordenVerwijderen