25.10.20


JE MOET LEVEN MAN!

Als ik voor het rode voetgangerslicht sta te wachten komt er een man naast me staan en begint zomaar uit het niets tegen me te praten;

 Je moet leven man, leven! Niet op je bed liggen overdag, maar leven. 's morgens kun je op je bed liggen en 's avonds maar tussendoor moet je leven. Mijn vader is dood en mijn moeder is dood maar ik leef.

Ik heb het helemaal voor elkaar. Ik ben afgekeurd en hoef niet meer te werken. Ik heb een riant inkomen. Als ik ergens naar toe wil, bel ik een taxi en die staat vijf minuten later voor de deur. Ik heb een prachtig huis. Ik heb een mooi systeem bedacht voor de centrale verwarming. 's Morgens laat ik hem oplopen tot 28 graden. Heerlijk is dat man. Na een uurtje zet ik hem uit en dan blijft het de rest van de dag warm. Ik heb dubbel glas. Je moet natuurlijk niet de ramen en deuren open zetten.  Als ik 's avonds naar bed ga is het nog lekker warm.

Ik ben nog jong. Ik ben nu 54. Ik denk, dat ik over een paar jaar een vrouw neem. Sommige jongens nemen al met hun twintigste een vrouw. Dom man dom. Heb je net je kinderen groot, komen er nog een stel kleinkinderen achteraan. Dat krijg je dan allemaal  over de vloer op je ouwe dag. Ik wil zelf wel kinderen, Ik denk, dat ik er vijf neem.


Als we de straat overgestoken zijn, moeten we ieder een andere kant op. Wel roept hij me nog even na : Leven man, je moet leven!

Hoewel ik het niet met alle standpunten van deze man eens kan zijn, is er in korte tijd toch iets met me gebeurd. Ik ga nog net niet huppelen, maar ik ga wel wat rechter op lopen en kijk wat meer om mij heen. Leven man, je moet leven! denk ik bij mezelf.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten