IN
EEN AMSTERDAMS ZIEKENHUIS
Als
we de wachtkamer binnen komen zit ze er al. Als een vorstin in haar rolstoel.
Sommige
mensen worden stil, als ze een vervelend onderzoek moeten ondergaan. Anderen
krijgen juist praatjes. Bij deze Amsterdamse vrouw, is wel duidelijk, dat ze
tot de tweede categorie behoort.
Haar
twee dochters zijn mee gekomen om haar te steunen, maar die hebben duidelijk
minder te vertellen. Ze heeft de onverdeelde aandacht van de hele wachtkamer,
en met haar onvervalst plat Amsterdams accent maakt ze de ene na de andere
grappige opmerking en heeft daarmee al gauw de lachers op haar hand.
Dan
wordt ze door een verpleegster opgehaald. Even heerst er een ongemakkelijke
stilte, tot iedereen weer een tijdschrift heeft gepakt en in zijn of haar
lectuur verdiept is.
Een
uurtje later zie ik haar langzaam bijkomen. Ze heeft een roesje gehad en ligt
in de recovery kamer. Haar dochters zijn er nog niet. Die dachten
waarschijnlijk, dat het allemaal wat langer zou duren.
Als
ze nog maar nauwelijks de ogen open heeft, begint ze al weer te praten. Eerst
een beetje in zichzelf, maar later tegen de mensen die links en rechts van haar
liggen bij te komen. Maar daar valt nog geen reactie van te verwachten, die
zijn nog te ver weg.
Gelukkig komt er even later een verpleegster binnen. “Zuster, zuster” roept de vrouw, “mag ik al naar huis?”
De
verpleegster gaat even bij haar kijken. Raadpleegt haar horloge en beslist dan,
dat het nog veel te vroeg is. “Nee”, zegt ze U moet zeker nog een half uurtje
blijven, en bovendien praat U nog met een dubbele tong”.
Een
beetje verongelijkt gaat de vrouw maar weer liggen.
Even
later komen haar dochters binnen. “Mag je al bijna naar huis mam ?” vragen ze.
“Nee”
zegt ze, de zuster zegt dat ik nog met een dubbele tong praat”.
“Ja,
maar”, zegt een van haar dochters, heb je dan wel verteld, dat je een tia hebt
gehad, en altijd met een dubbele tong praat.
Als
op dat moment de verpleegster weer binnen komt roept de vrouw door de zaal:
“Zuster,
zuster, ik heb een Tia Maria gehad, daarom praat ik met een dubbele tong!”
Op de dam daar strijken telkens weer
een beetje vreemde vogels neer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten